Hallo pa, ouwe reus! Ik moest vandaag weer eens aan je denken. Dat doe ik vaak. Hoe gaat het met jou daar boven in de hemel? Het zou mooi zijn als er een echte hemel bestaat en dat jij daar nu bent en het fijn hebt. Ik twijfel nog steeds over het bestaan van een hemel. Ja ouwe, je zal het niet geloven, maar hierbij een elftalfoto waar jij zowaar opstaat. Ik hoop je in de hemel mijn blog kunt lezen. Dat waren nog eens tijden hè pa! De derde van links, de langste van het stel, dat ben jij. Deze foto kwam ik onverwacht tegen op het “internet”.
Dat wereldwijde Internet bestond nog niet in jouw tijd en van computers en Facebook had je nog nooit gehoord. Maar de wereld is behoorlijk veranderd, ouwe. Het is hier helaas een gekkenhuis. Ik zal je de details besparen. Maar even over voetbal: de WK-finale uit ’74, dat weet ik nog heel goed, was de allerlaatste wedstrijd die wij samen hebben gekeken op tv. We verloren met 2 – 1 van die verrekte Duitsers maar wij waren de besten van het stel, zei je. Dat zei je natuurlijk om mij op te monteren, dat weet ik zeker.
Deze elftalfoto is van jouw cluppie Felicitas uit Den Haag. Jullie speelden ergens in de onderafdeling zondag-amateurs. Je speelde bij de veteranen als ausputzer de rol van bal-afpakker c.q. stofzuiger. Lange- vaak blinde halen naar voren, en klaar. Zo deed je dat. Gewoon wegrossen die bal. ‘Kein geloel, Fussball spielen’, dát was jouw motto, dat had je afgekeken van de toenmalige ADO-trainer Ernst Happel. Ik weet nog goed dat je in de tackles meedogenloos kon zijn. Desnoods eerst de tegenstander en dan pas de bal. Met als gevolg dat ik als kind langs de lijn getuige was van menig opstootje waar jij – verdacht vaak – bij betrokken was. In het begin vond ik dat eng maar later, toen ik eraan gewend was geraakt, vooral heel stoer! En jij was een stoere vader, want ik herinner me nog een verbale ruzie met een trambestuurder op lijn 11. Tegenwoordig noemen wij een ruzie een fitty pa, maar dat geheel terzijde. Wat de precieze reden van de ruzie was weet ik niet meer, maar ik weet nog wel dat jij de trambestuurder alleen maar indringend (understatement!) aankeek en daarmee was het dispuut gelijk geregeld. Vandaar ook de uitdrukking “als blikken konden doden”. Jij was daar behoorlijk goed in, ook op het voetbalveld.
Ik zal die wedstrijden op zondagmorgen nooit vergeten, ouwe. Ik mocht altijd met je mee als je moest spelen en dan kroop ik achterop de groene Berini (en later een Sparta) brommer. Met mijn magere benen voor de veiligheid in de veel te kleine zadeltassen en zo reden we dan door Den Haag en omstreken. Op weg naar een glorieuze overwinning van Felicitas, maar – eerlijk is eerlijk – meestal een nederlaag. En die nederlaag lag natuurlijk nooit aan jou, want jullie hadden gewoon ‘luizige’ mandekkers, zei je dan achteraf. Allemaal voetbaltermen die ik van jou heb geleerd. En na afloop van een wedstrijd kreeg ik in de voetbalkantine steevast een zakje chips en een flesje cola. En als we bij hoge uitzondering eens gewonnen hadden, kreeg ik een ook nog een kroket! Maar voor mij waren het allemaal feestdagen, pa. Ook als we traditioneel verloren hadden.
Ik mis je nog elke dag. Ik mis je nuchtere kijk op het leven en ik mis je droge humor. Maar ik moet ook iets bekennen: Vergeef het me, maar vroeger gingen we vaak naar ADO kijken in het Zuiderpark. Maar ik ben zoals je weet in ’75 naar Brabant verhuisd en ben op enig moment supporter van NAC-Breda geworden. Een toffe club. De beste supporters van het betaalde voetbal, ik zweer het je! Ze verliezen veel wedstrijden, dat dan weer wel. Maar ik blijf altijd nog een klein beetje voor ADO. Oké? Nou, de mazzel, pa. Laat je niet gekmaken daarboven. Doe Jezus de groeten van mij, en doe vooral mijn moeder de groeten en geef haar een kus. Op beide wangen graag. Houdoe hè. Ouwe!
(NB bijschrift foto’s. Bovenste foto: Lager elftal van Felicitas, gefotografeerd op het Oostersportpark. Staand 2e van links: Wil Haasbeek, 3e van links: Leendert de Jager, staand 2e van rechts: Jan van der Berg. Andere namen (nog) niet bekend. Foto van Anja Haasbeek. Onderste foto: Ik op schoot bij mijn moeder. Mijn vader had met een pen de naam ADO op een raar soort “petje” geschreven. Bij gebrek aan beter …)